Rouw

Als je iets of iemand hebt verloren begeef je je tussen twee verschillende werelden. De ene wereld is die van het verlies, het doorléven van het verdriet waarin je omgaat met alle emoties die je overspoelen. De andere wereld is die van herstel, het doorgaan met leven waarin je je, vaak noodgedwongen, bezighoudt met de wereld om je heen. Je wordt afgeleid – of misschien ben je wel op zoek naar afleiding – of je richt je op de toekomst die zo anders zal zijn dan voorheen.

De wereld draait door, maar je eigen leven lijkt stil te staan. Je staat voor de opgave om te onderkennen en accepteren dat het verlies echt heeft plaatsgevonden en onomkeerbaar is. Maar ook ervaar je dat jouw leven verder gaat. Ondanks alles.

Veel mensen hebben het gevoel dat zij op en neer gaan tussen beide werelden. Het ene moment bevind je je op het eiland van verlies, ben je ontroostbaar en wanhopig. Het volgende moment word je door je omgeving weer de wereld van herstel in getrokken, voel je je naar omstandigheden redelijk en kan je, al is het maar een enkel moment, weer even warm worden.

Je slingert heen en weer tussen de confrontatie met het verlies en het weer oppakken van het leven. Het is het zoeken naar een balans. Het gaat erom  je eigen slingerbeweging te vinden waardoor je niet in je emoties ‘verdrinkt’ maar ze ook niet verdringt. Elk rouwproces is uniek in zijn grillige verloop, maar er zit ook iets collectiefs in. Namelijk dat elk mens het verdriet altijd met zich meeneemt, in welke vorm dan ook. Rouwen is dus ook inzicht krijgen in je eigen proces en een zoektocht naar zin- en betekenisgeving, een veranderde identiteit en aanpassing aan leven met het gemis én met de herinneringen.